De vroegst bekende, gedateerde bakbarometer van meester-barometermaker
Paulus Wast
Door: Marco Fontijn.
Waarschijnlijk was het de wereldberoemde wetenschapper en instrumentmaker
Daniel Gabriel Fahrenheit, die rond 1725 in Amsterdam de allereerste
bakbarometers vervaardigde. Dit gebeurde echter nog op vrij beperkte
schaal, voor een selecte groep, in natuurkunde geïnteresseerde leden van
de gegoede burgerij. Ook Hendrik Prins, een andere beroemde
instrumentmaker uit Amsterdam, die in nauw contact stond met Fahrenheit en
ook wel werk aan hem leverde, kan worden gerekend tot de vroegste makers
van bakbarometers. In 1736 schreef de Leidse geleerde Petrus van
Musschenbroek: men 'kan vrij volmaakte barometers krygen of van mynen
Broeder, of van de braave konstenaars G. Fahrenheit, en H. Prins, welke
als om strijd dit werktuyg ten top van volmaaktheid hebben zoeken te
brengen…'
Voor de verdere ontwikkelingsgeschiedenis van de Nederlandse bakbarometer
zijn gedateerde exemplaren van groot belang. Het valt dan ook te betreuren
dat Nederlandse bakbarometers slechts in zeer beperkte mate werden
gedateerd. Het lijkt erop dat alleen de allermooiste barometers hiervoor
in aanmerking kwamen. Opvallend genoeg gebeurde dit slechts in hoofdzaak
gedurende een beperkt aantal jaren. Op een enkele uitzondering na, liggen
de dateringen op de tot nu toe bekende, gedateerde bakbarometers tussen
1754 en 1766.
Foto 1: De barometerschaalplaat.
Het was ook pas in deze periode dat de bakbarometer zijn grote doorbraak
beleefde en een belangrijk onderdeel werd van het Nederlandse interieur.
Dit gebeurde grotendeels onder invloed van immigranten uit Noord-Italië en
Zuid-Zwitserland, die met hun vastberadenheid en vakmanschap de
bakbarometer tot een groot commercieel succes wisten te maken.
Barometermakers als Antony Gulino en Frans Primavesi behoorden tot de
eerste generatie immigranten die zich rond 1740 in Amsterdam vestigde. Van
deze Frans Primavesi is de volgende, in 1740 geplaatste advertentie
bekend:
'Frans Primowees woond in de Dykstraet in de stad Byleveld by de
Nieuwmarkt te Amsterdam, maekt bekend aen alle liefhebbers, dat hy maekt
en verstelt allerhande soorten van weerglazen, baromeeters, en
termomeeters van quik en spiritus, groot en kleyn. Hy zal zyn werk op de
proef geeven en staet een jaer goed buyten breeken'. Zoals uit deze
woorden blijkt, was de bakbarometer ten tijde van de vestiging van de
allereerste groep buitenlandse makers nog steeds vooral iets voor een
beperkte groep 'liefhebbers'. Met de komst van meer en meer buitenlandse
barometermakers in de hierop volgende jaren, nam zowel het aanbod als de
vraag naar bakbarometers in evenredige mate toe, waardoor een steeds
groter en algemener publiek werd bereikt.
Op 24 mei 1744 zou Frans Primavesi in de Oude Kerk getuige zijn bij het
huwelijk van zijn leerling Paoli Quasti met Anna Catharina Bregers. Paoli
Quasti werd in 1721 in Bern geboren en emigreerde rond zijn twintigste
levensjaar naar de Republiek, waar hij in de leer trad bij Frans
Primavesi. Al spoedig zou hij zijn leermeester gaan overvleugelen. Wanneer
hij zich precies zelfstandig vestigde is niet bekend, maar vermoedelijk
was dat omstreeks 1750. Het moet ook rond deze tijd geweest zijn dat Paoli
Quasti zijn naam vernederlandste tot Paulus Wast. Op 21 november 1758
plaatste hij de volgende zelfbewuste advertentie in de Amsterdamse
Courant: 'Paulus Wast, woond t' Amsterdam op de hoek van de Nes en de
Langenbrugsteeg, in 'de Gekroonde Baromeeter', maakt, verkoopt en
repareert alle zoorten van Weerglazen, 't zij Baromeeters of Termomeeters,
tot allerley gebruiken, als ook tot Broeybakken: alles volgens de
accuraatste schaalen; recommandeerdende een ieder, zig te wagten voor
zulke perzoonen, die zig uitgeven voor of van hem te komen, en verzoekt
een ieders gunst'.
Foto 2: Nederlandse bakbarometer, gedateerd 1755. Gesigneerd: Ps. Wast
Fecit Amsteldam.
Zijn werk en dat van zijn zonen is vrijwel uitsluitend van een zeer goede
kwaliteit. Het is het fraaiste, beste en meest toonaangevende geweest dat
er in Nederland op barometergebied gemaakt is. Paulus Wast kan dan ook
zonder twijfel worden beschouwd als de belangrijkste barometermaker die
ons land gekend heeft.
|
Het is opvallend dat op de vroege werken van Wast het graveerwerk grote
gelijkenis vertoont met dat op de barometers van Hendrik Prins.
Hoogstwaarschijnlijk bestond er dus ook tussen hen een bepaalde onderlinge
relatie. In een advertentie-pamflet uit circa 1770, lijkt Wast zichzelf
ook nadrukkelijk in de traditie van Daniel Gabriel Fahrenheit en Hendrik
Prins te plaatsen, als hij stelt dat hij 'maakt en verkoopt allerlei
zoorten van Barometers en Thermometers, volgens Farenheid en Prins'.
Geheel terecht mijns inziens, want het is deze bepalende en toonaangevende
'ruggengraat' Fahrenheit-Prins-Wast geweest, waarlangs de ontwikkeling van
de bakbarometer in de achttiende eeuw grotendeels is verlopen. Paulus Wast lijkt ook in de achttiende eeuw
beslist niet alleen te hebben gestaan in zijn observatie, want menigmaal
werd hij in één adem genoemd met een groot maker als Prins. In 1772 werd
in een advertentie een verkoping aangekondigd van '… Een fraye Verzameling
… Instrumenten … bestaande in … Barometers en Thermometers door Prins,
Ruspinus en Wast … Alles nagelaeten door een voornaem Liefhebber'.
Paulus Wast overleed op 6 september 1784 aan 'kramp in de ingewanden',
waarna zijn twee zoons het bedrijf nog met veel succes tot circa 1815
zouden voortzetten.
Foto 3: De thermometerschaalplaat.
Barometers van Paulus Wast zijn uiterst zeldzaam. Ik was dan ook bijzonder
verheugd toen ik onlangs een wel heel fraai en vroeg exemplaar van zijn
hand kon toevoegen aan onze verkoopcollectie. Het is aan de bovenkant van
de thermometer gedateerd met het jaartal '1755' en behoort daarmee niet
alleen tot de oudst bekende, gedateerde Nederlandse barometers, maar is
tevens het vroegst bekende gedateerde werkstuk van Paulus Wast.
De op eiken gefineerde, wortelnoten kast heeft schaalplaten van verzilverd
messing. De barometer is uitgevoerd in de overgangsstijl van Louis XIV
naar Louis XV. De kap heeft nog duidelijk de kenmerken van de Louis
XIV-stijl, terwijl het orgelgebogen bakje al blijk geeft van de naderende
Louis XV-periode. De schaalplaten zijn van een opmerkelijk model en
evenals het bijzonder sierlijke graveerwerk van een uitzonderlijke
kwaliteit. Ook het graveerwerk in de vorm van voluutvormige bladranken
getuigt weer van de Louis XIV-stijl.
Foto 4: De datering op het thermometergedeelte.
Schaalplaten van verzilverd messing zijn veel zeldzamer dan de veel vaker
voorkomende tinnen schaalplaten. Tinnen schaalplaten werden compleet met
schaalverdelingen, signatuur, weersaanduidingen en academiejaartallen
gegoten, waarbij de moederplaat in veel gevallen nog decennia lang
gebruikt kon worden. Schaalplaten van verzilverd messing moesten
daarentegen door de maker telkens opnieuw uitgezaagd en gegraveerd worden.
Vanzelfsprekend moest er voor dit stukje vakwerk ook meer betaald worden,
barometers met deze schaalplaten waren in de achttiende eeuw dan ook
aanzienlijk duurder dan barometers met tinnen schaalplaten. Dit blijkt ook
uit een advertentie van Frans Primavesi uit 1758, die reeds vier dagen na
de advertentie van zijn voormalige leerling verscheen, waarin de
'verzilverde en vertinde' barometers respectievelijk fl. 22,- en fl. 8,-
moesten opbrengen.
Het barometergedeelte heeft een schaalverdeling in Engelse duimen,
gecombineerd met de z.g. '36-schaal' en Rijnlandse duimen. Rechts van de
schaalverdeling zit een sleuf waarin een handmatig te bedienen, messing
tendenswijzer op en neer kan worden bewogen. Achter het reservoir-kapje
bevindt zich een palmhouten reservoir. Het hout hiervan is voldoende
poreus om de luchtdrukschommelingen door te laten, maar geen kwik. De
barometer beschikt eveneens over een thermometer-gedeelte. De
kwik-thermometer zit vastgeklemd tussen twee geprofileerde latjes en kan
naar boven worden weggeschoven. De schaalverdeling is in Fahrenheit en La
Court. Deze laatste temperatuurschaal zou door de Franse botanicus La
Court speciaal zijn ontworpen voor gebruik in oranjerieën en broeikassen
in de Nederlanden. Bij de thermometer staat een rij van geografische
aanduidingen en jaartallen. Deze aanduidingen hebben betrekking op
Europese steden waar een academie was gevestigd en waar in het erbij
vermelde jaar een extreem hoge of lage temperatuur werd opgetekend. Van
boven naar beneden luiden de temperatuurvermeldingen in graden Fahrenheit
als volgt:
Weenen 5 Aug. 1750.: 95°; Amst. 27 Iuly 1750.: 90°; Op Zee onder de Linie.
6 Maart 1752.: 86°; Batavia 12 Iuly 1752: 83°; Batavia 17 Ian. 1753.: 78°;
Aan de Kaap 26 April 1752: 68°; Groenland 1 Iuny 1754.: 28°; Bordeaux
1740.: 18°; Parys 1740.: 9°; Parys 7 Feb. 1754: 5°. De aanduidingen 'Op
Zee onder de Linie', 'Batavia', 'Aan de Kaap' en 'Groenland' laten zien
dat Paulus Wast behalve van 'academiejaartallen', ook gebruik maakte van
door ontdekkingsreizigers en handelscompagnieën verschafte
temperatuurgegevens.
Al met al hebben we hier te maken met een bijzonder luxueus uitgevoerd
exemplaar van een museale klasse, dat als geen ander laat zien tot welke
bijzondere prestaties meester-barometermaker Paulus Wast in staat was. Het
aanbod van antieke bakbarometers is zeer klein en vaak ook nog van een
bedroevende kwaliteit. Kopieën, vervalsingen en combinaties van nieuw met
oud zijn meer regel dan uitzondering. Dit volledig authentieke en in
perfecte staat verkerende pronkstuk is dan ook beslist een verademing te
noemen.
Marco Fontijn
|