Een Engelse diagonaalbarometer uit 1772 van John Whitehurst
Door: Marco Fontijn.
In de zomer van 1644 beschreef Evangelista Torricelli (1608-1647) het
bekende experiment waarmee hij als eerste het bestaan van een vacuüm
bewees en aantoonde dat lucht gewicht heeft en druk uitoefent.
Voor dit experiment gebruikte hij een glazen buis met een lengte van
ongeveer een meter, die aan één uiteinde was dichtgesmolten. Hij vulde
deze buis volledig met kwik en sloot het open uiteinde af met zijn vinger
zodat er geen kwik zou ontsnappen, waarna hij de buis omdraaide en met het
open uiteinde in een bak met kwik dompelde, om vervolgens zijn vinger van
de opening weg te halen.
Het kwik in de buis zakte enkele centimeters tot een hoogte van ongeveer
76 centimeter, gemeten vanaf het kwikoppervlak in de bak. Dit was het punt
waarop er een evenwicht was bereikt tussen het gewicht van de omringende
lucht die drukte op het kwik in de bak, en het gewicht van de kwikkolom
die zich in de buis bevond. Boven het kwik ontstond een luchtledige
ruimte.
Foto 1: Close-up schaalplaat met datering en signatuur.
Met deze 'buis van Torricelli' bleek men in staat te zijn om de
veranderingen waar te nemen die optraden in het gewicht van de lucht. In
1648 verbeterde Descartes het instrument van Torricelli door er een
graduatieschaal aan toe te voegen. Hiermee was de luchtdrukmeter geboren,
maar van een barometer in meteorologische zin was toen nog steeds geen
sprake. Pas in de periode 1650-1660 zou men geleidelijk het verband tussen
veranderingen in de luchtdruk en de weersgesteldheid gaan ontdekken. Ook
werd in deze periode voor het eerst de benaming 'barometer' gebruikt.
In de loop van de tweede helft van de zeventiende eeuw werd de barometer
door onderzoekers en geleerden met tal van spectaculaire verbeteringen
steeds verder geperfectioneerd. Hierbij stond vooral het streven naar het
bereiken van een duidelijker aflezing centraal, om ook de kleine
luchtdrukverschillen zichtbaar te kunnen maken. De barometer van
Torricelli bezit immers maar een klein aflezingsbereik van 70 tot 79
centimeter kwikdruk. Bij een normaal weerspatroon blijven de veranderingen
van druk beperkt tot een afstand van slechts maximaal vijf centimeter.
Foto 2: Engelse diagonaalbarometer, gedateerd 1772. Gesigneerd:
'Whitehurst Derby'.
Van de verschillende schaalvergrotingssystemen die uit deze periode
dateren zijn het wielsysteem van Hooke, waarbij de schommelingen van het
kwik op een wijzer worden overgebracht en de contrabuis van Huygens,
waarbij met de toepassing van twee vloeistoffen een schaalvergrotend
effect wordt bereikt, verreweg het meest bekend.
Vrijwel alle antieke barometers die men vandaag de dag nog in de handel
aan kan treffen zijn gebaseerd op een van de bovengenoemde systemen: de
stickbarometers op de buis van Torricelli, de banjobarometers op het
wielsysteem van Hooke en de contra-bakbarometers op het systeem met de
contrabuis van Huygens.
Bij hoge uitzondering treft men echter ook nog weleens een antieke
barometer aan die uitgerust is met een afwijkend schaalvergrotingssysteem.
Een wel zeer bijzondere en in het oogspringende verschijningsvorm van de
kwikbarometer is de zeldzame en fascinerende diagonaalbarometer, die soms
ook wel hoekbarometer wordt genoemd.
Het diagonaalsysteem was een vinding van Samuel Morland, die hier in 1688
als eerste over publiceerde. Bij dit systeem wordt gebruik gemaakt van het
gegeven dat, bij een kwikbuis die schuin wordt gehouden, de verticale
hoogte van de kwikkolom altijd gelijk blijft, ondanks het feit dat het
kwik een langere weg moet afleggen, waardoor de lengte van de kolom
toeneemt. Naarmate de buis meer helt, wordt de lengte van de kwikkolom
steeds groter. Bij de diagonaalbarometer wordt niet de hele buis schuin
gemonteerd, maar slechts dat stuk waarin de niveauschommelingen van het
kwik plaatsvinden. De buis is dan ook tot circa 70 centimeter boven het
kwikpeil in het reservoir verticaal en maakt vervolgens een scherpe knik
opzij, waarbij de aldus verkregen arm langzaam schuin oploopt, totdat de
verticale hoogte van de normale buis, circa 80 centimeter is bereikt.
Afhankelijk van de hellingshoek kan de lengte van de schuine arm
aanzienlijk variëren en daarmee ook de schaalvergroting.
|
Diagonaalbarometers beleefden hun bloeiperiode in de achttiende eeuw, toen
ze vooral in Engeland een zekere populariteit genoten bij een voornaam
publiek en uitsluitend vervaardigd werden door een beperkt aantal goede en
zeer beroemde makers als Daniel Quare, John Patrick, Charles Orme en John
Whitehurst. De diagonaalbarometers van deze makers hadden stuk voor stuk
een geheel eigen en herkenbaar ontwerp. Hun kostbaarheid en enigszins
onhandige afmetingen zijn er waarschijnlijk de oorzaak van geweest dat
diagonaalbarometers nooit op grote schaal vervaardigd werden. Rond het
midden van de negentiende eeuw beleefde de diagonaalbarometer nog een fase
van korte nabloei, maar deze barometers waren met hun schaalplaten van
bedrukt papier stukken minder verfijnd dan hun achttiende-eeuwse
voorgangers.
Foto 3: John Whitehurst FRS (Congleton 1713-1788
Londen).
In onze verkoopcollectie bevindt zich momenteel een uitermate zeldzame
gedateerde diagonaalbarometer uit 1772 van de al eerder genoemde beroemde
wetenschapper, klokkenmaker en instrumentmaker John Whitehurst FRS
(1713-1788). Whitehurst was de belangrijkste en meest vooraanstaande maker
van diagonaalbarometers gedurende het derde kwart van de achttiende eeuw.
In een onlangs verschenen boek over het leven en werk van John Whitehurst
is een lijst opgenomen met alle bekende door hem vervaardigde barometers,
waaruit blijkt dat er vandaag de dag nog slechts een tiental gedateerde
exemplaren van zijn hand bekend is, waarvan het merendeel zich in musea
bevindt.
De eiken kast van de barometer is gefineerd en afgewerkt met mahonie en
bloemmahonie met een rijke kleur en een prachtig patina. Het fraaie
snijwerk van de kapbekroning is een typisch kenmerk van een Whitehurst
barometer. De schaalplaat is van verzilverd messing en wordt afgeschermd
door glas. De opmerkelijke en voor Whitehurst kenmerkende schaalverdeling
loopt van 0 tot 60, met de 30 bij 'Changeable'. Het instrument is
uitgerust met een tendenswijzer die wordt bediend via een
draadstangoverbrenging met vaste knop. De aanwijsvergroting is zeven maal.
De weersindicaties zijn de voor die tijd gebruikelijke, maar het
graveerwerk is ongebruikelijk rijk en sierlijk uitgevoerd. De signatuur en
datering: 'Whitehurst 1772 Derby', neemt een centrale plaats in op de
onderste helft van de schaalplaat.
John Whitehurst werd op 10 april 1713 geboren in Congleton in Chesire. Na
in de leer te zijn geweest bij zijn vader, verhuisde hij in 1736 naar
Derby, om zich daar te vestigen als zelfstandig klokkenmaker. Hij paste
tal van vernieuwingen toe bij de productie van zijn klokken. Al snel kreeg
hij met zijn klokken en barometers een zeer goede reputatie en raakte hij
bevriend met tal van vooraanstaande wetenschappers. Door verschillende
publicaties verwierf hij zelf ook faam als wetenschapper. Zijn denkbeelden
waren revolutionair en op verschillende terreinen verrichtte hij
baanbrekend werk. Zo werd hij bijvoorbeeld bekend als de grondlegger van
de moderne geologie en speelde hij een belangrijke rol bij de ontwikkeling
van de stoommachine en de centrale verwarming.
Foto 4: Principe van het diagonaalsysteem van Morland.
Samen met onder andere Erasmus Darwin, berucht vrijdenker, Josiah
Wedgwood, een van de belangrijkste pioniers in de keramische industrie en
James Watt, ingenieur en verbeteraar van de stoommachine, richtte hij in
1775 de 'Lunar Society' op, waarvan hij jarenlang een prominent lid zou
blijven.
De 'Lunar Society' was een uit veertien man bestaande informele groep van
verlichte denkers en politieke radicalen (Whitehurst onderhield een nauwe
vriendschap met de Amerikaanse revolutionair Benjamin Franklin) die een
belangrijke vooraankondiger van de Industriële Revolutie zou zijn en zich
ten doel stelde om de baanbrekende wetenschappelijke ontdekkingen uit die
dagen op een praktische en commerciële manier toepasbaar te maken.
In 1779 viel hem de eer te beurt om te worden uitverkoren tot lid van de
prestigieuze 'Royal Society'. Kort na deze gebeurtenis verliet hij Derby,
om in Londen als eerste de benoeming tot 'Stamper of Money Weights' bij de
Koninklijke Munt te aanvaarden. In deze stad stierf hij op 18 februari
1788 aan maagkanker.
Nu, meer dan 200 jaar later, getuigt de hierboven beschreven barometer nog
steeds in al zijn schoonheid en kwaliteit op een waardige wijze van zijn
indrukwekkende erfgoed.
Marco Fontijn
|